Jong zwijn aangereden in Heerde, Jager Richard legt uit

Gepubliceerd op 10 juni 2024 om 13:43

Rond 10:00uur is er een melding binnen gekomen bij jager Richard (Valwildteam) dat er een zwijn zou liggen aan de Nieuwe Zuidweg in Heerde.

Aangekomen op de plek bleek dat het om een mannetjes zwijn ging. Richard deed onderzoek, onderandere aan het gebit van het zwijn. Aan het gebit kan je namelijk zien hoe jong of oud het zwijn is.

Volgens het gebit, maar ook gezien de lengte van de staart, moet het een overloper keiler zijn van zo'n 14 maanden oud.

Het zwijn lag al een tijdje langs de kant en was inmiddels al stijf. Richard heeft het zwijn meegenomen naar een plek in het bos waar het open is. Zo kunnen de vogels het kadaver ook vinden.

In onderstaande video legt Richard uit waarom er een open plek gezocht word. 

Dergelijke nieuwsberichten plaatsen wij om u er op te attenderen dat er veel wilde dieren in de Veluwe te vinden zijn, en dat er veel aanrijdingen plaats vinden. 

Op deze manier probeert Stichting Wildaanrijdingen mensen bewust te maken van het rondlopend wild. 

Als je een wild dier aanrijdt, ben je verplicht de politie te bellen. Doorrijden is strafbaar. De politie regelt vervolgens dat een faunabeheerder het gewonde dier opspoort of het dode dier opruimt.

(Tekst gaat verder onder de video)

Foto's en video: © Chantal Hulzink

Het wilde zwijn is een voorouder van onze ‘gewone’ varkens. De vrouwtjes, zeugen, leven met hun biggen en de biggen van het jaar ervoor in groepen (rotten). De biggen van het voorgaande jaar heten overlopers. De volwassen mannetjes, de keilers, leven alleen. Ze hebben flinke slagtanden, ook wel geweren genoemd. Die geweren blijven groeien totdat de keiler ongeveer vier jaar oud is. 

Wilde zwijnen zijn alleseters; omnivoren dus. Ze eten o.a. eikels, kastanjes, wortels en knollen, maar ook wormen, larven en soms staan er zelfs knaagdieren op het menu. Ze wroeten daarbij vaak in de bodem, op zoek naar alles wat eetbaar is. De omgewoelde grond komt u overal in het bos tegen en dan vooral in de herfst, als de zwijnen druk bezig zijn een vetreserve op te bouwen voor de winter.

Vooral ’s zomers hebben de zwijnen last van parasieten die zich in hun vacht nestelen. Daarom gaan ze vaak liggen rollen in modderige kuilen, om zich vervolgens, als de modder is opgedroogd, te schuren aan een boomstam. Door het schuren raakt het zwijn de modder, met daarin de gestikte parasieten, kwijt.

De paartijd van de wilde zwijnen wordt ‘rauschtijd’ genoemd. Deze duurt van september tot maart. De biggen, ook wel frislingen genoemd, worden geboren tussen februari en juni, maar de meesten worden in maart geboren. Een zeug krijgt meestal 4 tot 7 jongen tot een maximum van 12, net zoveel als het aantal tepels dat ze heeft. De biggen hebben horizontale strepen, hun vacht wordt dan ook wel ‘pyjama’ genoemd. De strepen verdwijnen na drie tot vijf maanden.

Zeugen met jonge biggen slaan normaal gesproken op de vlucht als ze mensen bespeuren, maar in sommige gevallen kunnen ze zich agressief gedragen. Houd daarom altijd afstand en ga nooit tussen het moederzwijn en haar biggen in staan.

 

Gewicht mannetje: 60-160 kg

Gewicht vrouwtje: 50-130 kg

Lengte: 80-145 cm

Schofthoogte: 65-95 cm

Paartijd (rauschtijd): nov/dec/jan

Draagtijd: ca. 115 dagen

Aantal jongen: 1-10

Naam volwassen mannetje: Keiler of kever

Naam volwassen vrouwtje: Zeug of bagge

Naam jong: Big of frisling

Naam eenjarig zwijn: Overloper